Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Ce n’est rien

Twee jaar geleden ging ik voor het laatst zorgeloos slapen. Dag op dag. Een beetje spanning voor het onderzoek, dat wel. Maar niets om je zorgen te maken. “Je staat scherp,” zeiden de vrienden op het oudejaarsavondfeestje. Ik voelde het al een tijdje, dat mijn kleren plots te groot waren, en ook het meest verre gaatje van mijn riem niet meer volstond om mijn broek deftig omhoog te houden. Maar daar vind je altijd wel een verklaring voor. Druk op het werk. Minder cola gedronken. Stress. The usual.

Twee jaar geleden kroop ik voor het laatst zorgeloos in bed. Dag op dag. Nog geen idee van wat er boven mijn hoofd hing. Een paar uur later stond de huisdokter voor de deur. Hij had slecht nieuws. Nog geen grote paniek. Tot hij zijn relaas begon. Er was iets gevonden. Best een groot ding, 20 centimeter. Dat ik direct na het weekend naar de oncoloog moest, voor verdere onderzoeken. En toen begon het te dagen.

Twee jaar geleden legde ik voor het laatst zorgeloos mijn hoofd op mijn kussen. Dag op dag. Daarna sprong ik op een sneltrein. Geen tijd om te stoppen. Van onderzoek naar scanners naar dokters. Het moest er uit. Zo snel mogelijk. Dat was ondertussen wel duidelijk. Waarschijnlijk een GIST. Nog nooit van gehoord. Beetje gegoogeld, geen goed plan.

shot_1299234029428Twee jaar geleden deed ik voor het laatst zorgeloos mijn ogen dicht. Dag op dag. Plots stond mijn leven stil. Terwijl dat van anderen verderraasde. Je moest het hebben van horen zeggen. Geen idee wat er zich buiten de ziekenhuismuren allemaal afspeelde. Vijf weken lang. Zeven kamergenoten.

 

Twee jaar geleden. Dag op dag…

Ce n’est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n’est rien

Tender

Mijn MP3-speler heeft een defootje. Zo noemen we dat in de Westhoek. Een defootje. Koddig. Elke keer ik hem opstart, hoor ik hetzelfde liedje. “La Parisienne” van Marie-Paule Belle. Niet erg. Dat is al een tijdje zo. Twee jaar, om precies te zijn. De MP3-speler lag na mijn “verlof” stof te vergaren. Tot deze week. Want de cadeautjestijd leverde enkele cd’s op. En het is wel handig dat die er ook op staan. O ja, gelukkig nieuwjaar dus.

Het was even schrikken. Weer dat liedje. Weer terug naar 2 jaar geleden. En zowat alles doet eraan herinneren de laatste dagen. Vrijdag visdag. Iets beter dan destijds. En vooral iets uitgebreider. Geen homp vis die eruitziet alsof ze die uit een pot van het autopsielokaal hebben gehaald. Neen, een mooi stuk moluwe, beetje te veel graatjes, nu kon ik eens de chirurg spelen. Leutig.

Photo 12-01-13 16 04 26Nieuwe tandpasta ook deze week. Met extra fluor. Anijssmaak, voor de verandering. Handig om de vislucht wat te verbergen. Lang geleden deed dit enkel denken aan Ricard, Pastis of Ouzo. Die laatste met Sprite, want zo doen ze dat blijkbaar in Griekenland. Sinds 24 maand staat die smaak synoniem met het contrastdrankje voor de scan. Goed tegen cariës, staat er op de tube. Waar dient tandpasta anders voor.

En vandaag dacht moeder eraan om nog eens haar vaporisateur – excuus, vernevelaar – boven te halen. Die kocht ze toen ik net thuis was. Baat het niet, dan schaadt het niet, hadden ze haar verteld. Wekenlang een eucalyptus geurtje in huis. En dan plots een paar maanden niet meer. Tot vandaag dus. Terwijl de eerste sneeuw valt, vult eucalyptus na twee jaar nog eens de living. Juist wat ik nodig heb. Want dinsdag is het weer van dat. Controle…

Tender is the day
The demons go away
Lord I need to find
Someone who can heal my mind

http://www.youtube.com/watch?v=rY38eChyjqs