Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Ride

Hoe ik zelf naar controles toeleef, heb ik al uitvoerig beschreven. Maar hoe zien anderen mij dan? Ik trok mijn stoutste schoenen aan, en vroeg het aan de vrouw die het dichtst bij mij staat… Ine.

Binnen 3 weken moet je terug op controle.  Bijna 4 jaar geleden kreeg je af te rekenen met een tumor. We waren nog niet in elkaars leven. Dat stuk heb je alleen moeten doorzwemmen. En dat heb je zo dapper gedaan. Je kon je laten gaan, maar je hebt de moed erin gehouden.

Doorheen je glimlach zie ik je zorgen, je angsten, je bezorgdheid,…. Slapen gaat moeilijk. Hele nachten vecht je in je dromen. Lig je te roepen, te roepen achter mij. Dat ik je niet alleen mag laten, je niet mag verlaten. Het enige wat ik kan doen is je antwoorden.  Dat ik je niet in de steek laat, dat ik er voor jou zal zijn, iets wat velen niet deden. Je antwoorden dat ik je begrijp, nog iets wat velen niet deden, je begrijpen, begrip opbrengen voor je situatie. Maar het dringt niet tot je door. Ik streel je rug, geef er kusjes op. Even stopt het roepen, tot het een half uurtje later opnieuw begint. Ik heb pijn, pijn dat ik zo weinig voor je kan doen. Je houdt je zo sterk en tovert elke dag weer een glimlach op je snoet, terwijl ik de tranen in je ogen zie. De juiste woorden bestaan niet. Het enige wat ik kan, is er voor je zijn. En ook al betekent dit zo veel voor jou, toch is er een groot deel dat je alleen moet doen. Ik kan je enkel zeggen dat ik in je hart mee ben met jou, dat je er in je hart niet alleen voor staat. Ik blijf bij jou of de nachtmerrie nu opnieuw begint of niet. Ik wil bij jou zijn, ik wil samen met jou genieten van kleine dingen. Ik wil samen met jou verder, ook al is de toekomst onzeker.

Ik  heb schrik om jou te verliezen, om jou te moeten afgeven, om jou door de hel te moeten zien gaan en er van aan de zijlijn op toekijken. Ik wil jou niet kwijt, want elke dag met jou is een geschenk. Je bent zo een heerlijke, fantastische, warme, zachte en ook wel stoere man. Mijn man. En ook al is ons leven soms zwaar en hebben we elk onze nachtmerrie, het is niks zonder jou!

Stilletjes aan kruipt de dag van de controle dichterbij. Plannen worden uitgesteld, ook al praat ik er met jou over. Ik wil met jou over de toekomst praten. We mogen de ziekte niet alles laten afnemen van ons. Ook al zijn er zoveel nachtmerries, er zijn nog zoveel dromen. Onze dromen, samen, jij en ik, en twee steeds hongerige en lieve kindjes.

Kindjes waarvan jij niet de biologische vader bent. Maar wat ben jij een fantastische papa! Ik had nooit gedroomd om zo een schat te vinden, iemand die zo een fantastische vader is voor mijn kinderen. Iemand die ook hun pijn en verdriet begrijpt en er, net zoals voor mij, altijd voor hen is.

Er gaat van alles door je hoofd en hoe dichter de dag van de controle komt, hoe erger het wordt.

De dag voor de controle zetten we een fles champagne in de koelkast, om morgen het goede nieuws te vieren.

De grote dag breekt aan. Samen vertrekken we naar het ziekenhuis. Voor mij de eerste keer aan jouw zijde. Wat ben ik blij dat ik bij jou ben. Na het inschrijven in het ziekenhuis wachten we tot je naar de scanner mag. Ik fluister in je oor dat het straks voorbij is. Het is nu niet meer lang.

9 uur, tijd voor de scan, maar niemand komt je halen. Elke minuut dat we langer moeten wachten is er eentje te veel. We kijken zo uit tot het voorbij is. We willen dat het vooruit gaat. We willen naar huis en de fles champagne aanvallen. 10 minuten later dan gepland komen ze je halen. Die 10 minuten leken een eeuwigheid. Je verdwijnt in de kleedkamer en ik hoop dat je voelt dat ik bij jou ben. Het is lastig om je dit stuk alleen te laten doen. Ik wil bij jou zijn, je hoofdje strelen, je gerust stellen, je een kus geven. Maar het enige wat ik kan doen is wachten.

20 minuten later loop je nog wat bleekjes terug naar mij. Vlug naar de dokter want we zijn al te laat. Eventjes wachten en… je naam wordt afgeroepen door de dokter.

De dokter ontvangt je met een grote glimlach. Een leuke vent die met de nodige humor de zware situatie weet te verlichten. En dan…. nadat de dokter de scan bekijkt  komt het bevrijdende antwoord. Alles in orde! We kunnen het niet geloven, het dringt niet door. De angst voor de angst van het slechte antwoord, trekt niet onmiddellijk weg. Gelukkig blijft de dokter op zijn verlichtende manier verder praten.

Pas ’s avonds dringt het tot ons door! Heerlijk, je bent oké! Eindelijk ga je terug goed kunnen slapen. Ik verheug me er al op. Na drie weken te weinig slapen!

Ik nestel me in jouw armen, leg mijn hoofd op je schouder en we vallen samen in slaap. Kort erna word ik wakker. Je bent me aan het roepen. Ik snap er niets van, de pijn om je jouw nachtmerries te horen bestrijden is onmiddellijk terug. Je roept me nog eens. Ik antwoord. Doodleuk vraag je of ik mee Twister ga spelen. Op mijn mond verschijnt een grote glimlach en ik antwoord: ”Neen, geen Twister. Laten we met Lego een heel groot kasteel bouwen, ons kasteel, voor ons alleen”.

Get lucky

Binnen een paar dagen komt er weer een controle aan. De laatste driemaandelijkse. Als alles goed is, moet ik slechts om de zes maand naar het ziekenhuis. Als alles goed is. En het is weer precies zoals alle vorige keren. Ik slaap slecht. Droom te vaak over ziekenhuizen en foute kamergenoten. Let plots meer op de vreemde robbels en kleine pijntjes in mijn buik. Zou er toch iets aan de hand zijn? Is die steek normaal? Moet ik nu vaker naar het toilet dan anders? Geen idee. Het blijft altijd spannend.

Ik weet nochtans perfect wat er me te wachten staat. Eerst een gastroscopie. Is wel leuk, ze slaan je knock-out met een of ander middeltje waardoor je er niets van voelt. Toen ik de vorige keer behoorlijk onder de indruk en onder invloed vroeg of je die verdoving ook vrij bij de apotheek kon kopen, lachte de verpleegster even. Daarna naar de CT-scanner. Die heb ik ondertussen al zo vaak van binnen gezien, weinig verrassingen meer. Om tot slot af te sluiten bij de oncoloog. Een leuke kerel. Tot nu toe had hij altijd goed nieuws. Hopelijk nu ook weer. Het blijft altijd spannend.

En ondertussen komt het hele verhaal van twee jaar geleden terug. Hoe ik me voelde. Wat er allemaal gebeurde. Hoe weinig van wat ik mezelf toen voornam ik effectief heb gedaan. Geen nieuw huis. Geen nieuwe vriendin. Alles is zowat bij het oude gebleven. En hoe snel iedereen vergeet. Want het is tenslotte al twee jaar geleden. Een eeuwigheid. Behalve voor mij. “Alles goed?” “Ja”, zeg ik dan, bespaart me een hoop uitleg. En daarbij, hebben ze er zaken mee dat ik soms bang ben, verdrietig, boos, de vreselijkste nachtmerries heb, slapeloze nachten, pijn,… Neen. Iedereen verwacht dat alles weer is als vroeger. Ze moesten eens weten. Het blijft altijd spannend.

Het valt me op hoe weinig plannen ik maak voor de dagen en weken na het onderzoek. En hoe veel het weekend ervoor. Nog eens genieten. Want je weet maar nooit. Een overdruk programma dus de komende dagen. Een barbecue, een feestje, een café-avondje, het moet allemaal kunnen. En alle werkafspraken vanaf woensdag staan met een dikke “we zien wel” in de agenda. Afwachten dus. Maar dat ben ik ondertussen al gewoon. Binnen een paar dagen komt er weer een controle aan. De laatste driemaandelijkse. Als alles goed is, moet ik slechts om de zes maand naar het ziekenhuis. Als alles goed is. Het blijft altijd spannend. Al heb ik liever andere vormen van spanning in mijn leven…

Ce n’est rien

Twee jaar geleden ging ik voor het laatst zorgeloos slapen. Dag op dag. Een beetje spanning voor het onderzoek, dat wel. Maar niets om je zorgen te maken. “Je staat scherp,” zeiden de vrienden op het oudejaarsavondfeestje. Ik voelde het al een tijdje, dat mijn kleren plots te groot waren, en ook het meest verre gaatje van mijn riem niet meer volstond om mijn broek deftig omhoog te houden. Maar daar vind je altijd wel een verklaring voor. Druk op het werk. Minder cola gedronken. Stress. The usual.

Twee jaar geleden kroop ik voor het laatst zorgeloos in bed. Dag op dag. Nog geen idee van wat er boven mijn hoofd hing. Een paar uur later stond de huisdokter voor de deur. Hij had slecht nieuws. Nog geen grote paniek. Tot hij zijn relaas begon. Er was iets gevonden. Best een groot ding, 20 centimeter. Dat ik direct na het weekend naar de oncoloog moest, voor verdere onderzoeken. En toen begon het te dagen.

Twee jaar geleden legde ik voor het laatst zorgeloos mijn hoofd op mijn kussen. Dag op dag. Daarna sprong ik op een sneltrein. Geen tijd om te stoppen. Van onderzoek naar scanners naar dokters. Het moest er uit. Zo snel mogelijk. Dat was ondertussen wel duidelijk. Waarschijnlijk een GIST. Nog nooit van gehoord. Beetje gegoogeld, geen goed plan.

shot_1299234029428Twee jaar geleden deed ik voor het laatst zorgeloos mijn ogen dicht. Dag op dag. Plots stond mijn leven stil. Terwijl dat van anderen verderraasde. Je moest het hebben van horen zeggen. Geen idee wat er zich buiten de ziekenhuismuren allemaal afspeelde. Vijf weken lang. Zeven kamergenoten.

 

Twee jaar geleden. Dag op dag…

Ce n’est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n’est rien

Tender

Mijn MP3-speler heeft een defootje. Zo noemen we dat in de Westhoek. Een defootje. Koddig. Elke keer ik hem opstart, hoor ik hetzelfde liedje. “La Parisienne” van Marie-Paule Belle. Niet erg. Dat is al een tijdje zo. Twee jaar, om precies te zijn. De MP3-speler lag na mijn “verlof” stof te vergaren. Tot deze week. Want de cadeautjestijd leverde enkele cd’s op. En het is wel handig dat die er ook op staan. O ja, gelukkig nieuwjaar dus.

Het was even schrikken. Weer dat liedje. Weer terug naar 2 jaar geleden. En zowat alles doet eraan herinneren de laatste dagen. Vrijdag visdag. Iets beter dan destijds. En vooral iets uitgebreider. Geen homp vis die eruitziet alsof ze die uit een pot van het autopsielokaal hebben gehaald. Neen, een mooi stuk moluwe, beetje te veel graatjes, nu kon ik eens de chirurg spelen. Leutig.

Photo 12-01-13 16 04 26Nieuwe tandpasta ook deze week. Met extra fluor. Anijssmaak, voor de verandering. Handig om de vislucht wat te verbergen. Lang geleden deed dit enkel denken aan Ricard, Pastis of Ouzo. Die laatste met Sprite, want zo doen ze dat blijkbaar in Griekenland. Sinds 24 maand staat die smaak synoniem met het contrastdrankje voor de scan. Goed tegen cariës, staat er op de tube. Waar dient tandpasta anders voor.

En vandaag dacht moeder eraan om nog eens haar vaporisateur – excuus, vernevelaar – boven te halen. Die kocht ze toen ik net thuis was. Baat het niet, dan schaadt het niet, hadden ze haar verteld. Wekenlang een eucalyptus geurtje in huis. En dan plots een paar maanden niet meer. Tot vandaag dus. Terwijl de eerste sneeuw valt, vult eucalyptus na twee jaar nog eens de living. Juist wat ik nodig heb. Want dinsdag is het weer van dat. Controle…

Tender is the day
The demons go away
Lord I need to find
Someone who can heal my mind

http://www.youtube.com/watch?v=rY38eChyjqs

1000 soldaten

“Ik moet nu weg. Al veel te lang blijven hangen. Nog 1 foto. Maar dan moet ik echt weg. Wat een zottekot.”

Zo sprak Laurens Nuyens vorige week in de wandelgangen van de Boekenbeurs. De Lau. Dat doet al meer belletjes rinkelen ongetwijfeld. Een kleine man eigenlijk. Maar wel razend populair. Blijkbaar. Ik nam een foto, en stapte verder. Daar, Kim Clijsters. Goedele Liekens. Gert Verhulst. Het schaamhaar- en borstenboekenmeisje. Jeroen Meus. Sergio Herman. Een graphic novel auteur. En nog veel meer ander volk dat ik niet ken.

Een circus. Place m’as-tu vu lag 10 dagen lang in Antwerpen. Een keer per jaar mogen auteurs hun schrijvershol verlaten. Een keer per jaar staan zij centraal. Worden ze aanbeden door hun publiek. Handjes schudden met concullega’s. Want het is een hard wereldje. Staan ze met soms ongepaste arrogantie te blinken achter een tafeltje. Wachten op een fan om een handtekening te zetten.  Socializen. Omdat het zo hoort.

Ook ik. Niet dat ik me schrijver noem. Maar nu er een boek is, wilde ik het niet missen. Het was een keer iets anders. Terwijl iedereen stond te dringen bij Astrid Bryan, zus van, kon niemand nog bij mij raken. En zo kan je altijd een uitleg verzinnen. Ik was niet de enige. Gelukkig. Meer dan 1000 auteurs. Een beetje zoals soldaten die wachten op het sein om over the top te gaan. Zonder de melancholie van toen. Neen. Dit was leutig. Amusement. Een avontuur. En meer zou eigenlijk niet moeten. Waarschijnlijk ben ik daar iets te Westhoeks in. Gelukkig.

En nu is het gedaan. Kruipen de auteurs weer in hun schrijvershol. En werken ze verder aan hun nieuwe meesterwerk. Want volgend jaar moeten ze er weer staan. Een beetje cynisch dat het net op 11 november afgelopen is. Op de dag dat we 35 miljoen slachtoffers van WO1 herdenken. 20 keer meer dan het totaal aantal bezoekers van deze boekenbeurs. Het plaatst alle succes enigszins in perspectief…