Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Detox Danny

Het was leuk, daar in Londen. Een paar weekjes terug. Veel te vroeg opstaan. Met een bus door de tunnel. Onder leiding van een deskundige gids. Veel gezien. Al slaagde Marc – of Luc, geen idee wie er nu chauffeur en wie er nu gids was – erin om vooral te zeggen wat we niet gingen zien. Terwijl al die dingen, naar zijn zeggen, ook zeer de moeite waren. Een kasteel, de kapel met glasramen van Chagall. Op een zucht gepasseerd. Maar dus niet gezien. Via Brighton, met een Royal Pavilion om U tegen te zeggen naar het hotel in de hoofdstad. Alles tot op de seconde uitgestippeld. Geen kans om ergens te ontsnappen, of je eigen zin te doen. Tja, dat heb je dan met begeleide uitstappen. De bus wacht op niemand. En Marc, of Luc, of beiden samen, ook niet.

Het eten was op zijn Engels. Vettig. Maar je had iets binnen. Naar een musical geweest waar nauwelijks werd gezongen. Gelukkig. Een flinterdun verhaaltje. Maar wel spectaculair gebracht. War Horse. Tussen een menigte luidruchtige Engelse schoolkinderen. Met chips, snoep en drankjes. Een beetje zoals in de cinema. Maar dan zonder popcorn. Even ervoor waren we nog in de Churchill War Rooms. Imposant, zo in het midden van een grootstad een onderaards hoofdkwartier. Onderweg nog ergens een Belgisch biertje gedronken. Duur. Maar het enige deftige wat we vonden. Gechronometreerd. Natuurlijk. Want binnen vijf minuten (hij stak er zijn hand met vijf uitgestrekte vingers ostentatief bij uit) moesten we ergens anders heen. Na twee dagen waren we dat al wel gewoon. We durfden zelfs nergens meer kijken zonder te vragen of het mocht en hoeveel tijd we hadden.

Photo 7-03-14 09 52 03We passeerden langs het Battersea Powerstation. Je weet wel, dat gebouw dat op de albumcover van Pink Floyd staat. Ik nam snel een foto. Vreemd, dacht ik nog, stonden daar geen vier schoorstenen. Tot ik iedereen aan de andere kant van de bus met de kodak in de aanslag zag. En tegen dat ik het door had, waren we voorbij. Geen Animals voor mij. Toevallig passeerden we er de laatste dag weer. En nu wel aan de juiste kant. Klik. Uit de verte. Vier schoorstenen. Hoera! Nog eventjes op de bus. Dommelen. Want iedereen was moe. Ook Marc. Of Luc. Geen aanwijzingen meer waar we passeerden en wat we niet gingen zien. Want Le Shuttle wacht op niemand.

Ja, ik had de eerste dagen thuis wat last van Stockholm syndroom. Verloren zonder aanwijzingen wanneer ik op moest staan, ontbijten, klaar moest zijn. Een beetje zoals in het ziekenhuis. Eventjes miste ik hem. Marc, of Luc. Maar eindelijk schijnt het zonnetje. De eerste dag van de lente. En op de kop drie jaar geleden begon ik aan een nieuw leven. Waar ik mijn zin doe. Gelukkig heb ik daar geen gids voor nodig die me bij het handje neemt.