Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Wonderwall

Gohgoh, het was me het weekendje wel. Wisselvallig weer had de man met de ex-snor voorspeld. Jammer genoeg sloeg hij voor een keer nagels met koppen. Festival Dranouter was machtig. Modderig. Maar machtig. Veel bekend volk tegengekomen. Nog meer onbekend volk eigenlijk. Goede muziek. Toffe sfeer. Zoals het hoort. Een minpunt? Geen pickles meer bij de frietjes. Ik lust echter geen pickles. Geen minpunt dus.

Vandaag wat afkicken. Boodschappen doen. Mijn voorganger aan de kassa was een bekende onbekende. Hij leek een beetje op Kurtje. Een dikkerdje waar ik mee in de eerste kleuterklas zat. En die me, na een ruzie over een emmertje, in de zandbak een oplawaai verkocht. Wenend naar de juffrouw. Kurtje mocht in de hoek staan. En ik kreeg het emmertje. Zijn verdiende loon.

Hij keek me aan alsof hij me elk moment een oplawaai wou verkopen. Ter plekke. Hij zou zomaar Bert kunnen heten. Of Jacky. Daar stond ik dan, karretje in de hand. Hem zou ik liever niet tegenkomen ’s nachts. Gelukkig niet gezien op het festivalterrein. Een bonk van een kerel. De fitnesszaal kent voor hem geen geheimen meer. Een vage blijk van herkenning. Ik stond even aan de grond genageld.

Het was de zoon van Danny. Danny? Danny. Medekandidaat 4 in mijn avontuur van ondertussen enkele maanden geleden. Een man die wat te veel aan het babbelwater zat. Zoals Jacky Lafon in Familie? Zoiets, ja. Prostaat en zo. Een verplicht nummer, volgens de dokters. De appel kan niet verder van de boom vallen. Een vluchtige knik. Zo is hij wel. Bert. Of Jacky. Niet veel woorden aan vuil maken. ‘Oewist?’ ‘Goed.’ Einde conversatie. Mooi zo.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=l0_3_NgB_DU&feature=related]

Where is my mind…

Ik moet je waarschuwen. Dit wordt een beetje een smakeloze post. Zoals een te mager varkentje aan het spit? Zoiets ja.

rouenAl enkele dagen terug van een uitstapje. Naar Rouen. Niet zo super veel te zien. Kerken, dat wel. En Jeanne d’Arc is er op de brandstapel beland.  Enkele enthousiaste Roueneese stadsarbeiders moesten in de jaren 1800 een nieuw marktplein fabriceren. En vonden er iets dat leek op verbrande grond, geblakerde kolen incluis, onder het oude plaveisel. Daar zou het gebeurd zijn. Kan niet anders. Ofwel waren ze even vergeten dat de lokale toneelvereniging “Rouen en Avant” er enkele jaren eerder een varkentje aan het spit organiseerde. Kan gebeuren. Op de Vieux Marché staat er zelfs een bordje. Koddig. En handig. Zo konden ze een kwart van het plein onaangeroerd laten liggen. De sloebers.

Nu zou je denken, zo een historische gebeurtenis, dat zal alginder wel ferm uitgemolken worden. Niets van. Twee musea. Het eerste met wassen poppen. Op zijn Frans. Gefronste wenkbrauwen. Jawel, het was even leuk als het klinkt. Ooit moet het wel populair zijn geweest. Toen Mireille Mathieu nog succesvol was, en de varkentjes nog konden spreken. Voor ze aan het spit belandden natuurlijk. Je had het over twee? Er was nog een toren. Van een kasteel dat jammer genoeg verdwenen is. De maquette zag er indrukwekkend uit. Daarin zou ze ooit gevangen gezeten hebben. Enkele paneeltjes aan de muur. Oude stenen. Alweer € 1,50 lichter.

Het is toch niet zo smakeloos geworden als ik vooraf dacht. Gelukkig sprak ik niet over het Heineken-monopolie dat Rouen onveilig maakt. Al dat gebazel over varkentjes aan het spit. Je zou er honger van krijgen. Vlaamse zenders. Die kunnen nog smakeloos uit de hoek komen. Dit weekend grote tv-première. A Perfect Getaway. Over een moordenaar op een eiland. Die alles aan gort schiet wat hij tegen komt. Amper één week na de gebeurtenis van het jaar. Smakeloos? Smakeloos!

We are your friends

Gohgoh, het is nogal wat. Vacature-procedureslagen. Volgens het assessementrapport van enkele weken geleden ben ik op pagina 4 voldoende empatisch, op pagina 6 te weinig. Vreemd, hoe snel de dingen in 2 pagina’s veranderen. Onderweg nog als ‘haar’ aangesproken. En een dt-fout. Maar we zullen het er maar mee moeten doen. En dat terwijl ik uitga van het motto we are your friends, you’ll never be alone again. Empathiek, niet?

Weinig sociaal voelend. Misschien geldt dat ook voor Herman Brood. Ik heb onlangs een tekening van hem ge-ebayed.
Ik heb een brood gekocht. Geen grof gesneden, maar een Herman.
Zeer flauw. Ik weet het. Maar ik kon het niet laten. Een zelfportret. Het lijkt misschien wel wat op mij. Met mijn chance is het hoogstwaarschijnlijk een kladje gefabriceerd door een Bulgaarse kasseienlegger. Laten we hem Pavel noemen. De illusie van een origineel maakt echter veel goed. 10 jaar Brood dood. Machtige kerel. Empathiek? Niet.

Ikzelf ben wel slachtoffer geworden van weinig empatisch gedrag. Iemand heeft me ontvriend op Facebook. Zonder me te verwittigen. Tss. Tss. Je vraagt je ondertussen misschien af hoe het afgelopen is met de hele vacature-procedureslag. Niet goed. Laat ik dit nog aan mijn hart komen? Neen. Daar ben ik niet empatisch genoeg voor 😉

Kevin idoolt

Zondag rustdag. Niet hier. Het was al vroeg dag, bedankt voor de stilte, lieve rommelmarkters. Veel rommel. Eigenlijk alleen maar rommel. De markt had zijn naam niet gestolen. En dit was nog maar de voorbode van een hele dag braderij. Gegijzeld in mijn eigen huis. Leutig.

Ze hadden er wel over nagedacht. Iets met circus als centraal thema. We vragen enkele straatacts. En een olifant. Zoiets als in Antwerpen een paar jaar geleden.  Alle winkelstraten heb ik bezocht. Op zoek naar Kevin. Want zo heten olifanten nu eenmaal. Idolen ook trouwens. Ik kan er niets aan doen. Hij was blijkbaar al een paar dagen op tocht. Vernieling alom in de binnenstad. Na de brievenbus van onze buurman vorige week, moest vrijdag ook de belettering aan de muur van het cultureel centrum eraan geloven. Al is het goed mogelijk dat enkele vandaaltjes dit op hun geweten hebben.

Het heeft een tijd geduurd voor ik hem vond. Ik dacht terug aan de imposante constructie die Antwerpen onveilig maakte. Mooi gedaan. Maar Poperinge is Antwerpen niet. Een echte olifant. Een klein exemplaar. Met enkele vandaaltjes op zijn rug. 50 cent voor een ritje. Zo kunnen ze de schade vergoeden. Onze Kevin. Gegijzeld in een kooi van nadars. Leutig.

I’d be all I can be

Ik zal je moeten ontgoochelen. Alweer? Alweer. Je kijkt bedenkelijk. Weeral klinkt beter. Voor ons toch. Maar het is fout. Het moet alweer zijn. Eerste ontgoocheling.

Ziekenhuisseries zijn machtig. De romantiek. De suspens. Het drama. Een kunstvorm op zich. Altijd leuk vertier. Al klinkt dat niet zo goed. ER. Of House. Doogie Howser. Waar is de tijd. De realiteit is anders. Geen House in de meeste klinieken. Het gemiddelde ziekenhuis is geen County General. En de Westhoek is Chicago niet. Misschien in de spoed. Maar daar ben ik nog niet veel binnen geweest. Tweede ontgoocheling.

De Belgische bierconsumptie is in 2010 opnieuw gedaald. Aan mij heeft het in elk geval niet gelegen vorig jaar. 2011 is een andere zaak. Ik moet nog wat schade inhalen. Ben er al mee bezig. Op jouw gezondheid, alstu. Maar toch. Niet goed. En met mijn zelfontworpen bieretiket scheer ik ook al geen hoge toppen. Nummer drie en vier.

Zouden we nog aan vijf raken? Ik dacht het wel. En aan zes, zeven en acht ook. De vlaggetjes die in mijn straat hangen. Precies het verjaardagsfeestje van een peuter. De rommelmarkt zondag voor de deur. Ik voorspel nu al dat één of andere flurk het servies van zijn mémé zal laten vallen bij het uitladen. Om 6 uur. Net zoals de vorige vijf edities. Behalve twee jaar geleden. Toen regende het. En was het de braadpan van Tante Germaine. Yves Leterme. No comment. De eindeloze heruitzendingen op TV. Van House. Niet van Doogie Howser. Acht.

Het is me het dagje wel. Alweer? Alweer. Je kijkt nog altijd bedenkelijk. Weeral klinkt beter. Voor ons toch. Maar het is fout. Het moet alweer zijn.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=NQwsiIlIfH8]