Peter Gombeir – Kamer 241

Happy people have no stories

Peter Gombeir – Kamer 241 - Happy people have no stories

Friday

Het is toch vreemd. Die slappe films die ze nog altijd maken. En denken dat ze goed zijn. Gisteren zag ik Goal. Stom van mij, ik weet het. Ik hou niet eens van voetbal. Stom van mij, ik weet het. Je herkent ze direct. Domme cameo’s van voetballers. Flinterdun verhaaltje. Emo ten top. En van zodra je een flamencogitaartje hoort spelen, weet je al hoe laat het is. Zaptijd. Behalve in de film. De troosteloze riedel is de voorbode van een liefdesscène. In bedekte termen natuurlijk. Want het blijft een voetbalfilm.

En ik had er nochtans zin in. Na de voorstelling van het vernieuwde Wandelnetwerk in Heuvelland. Mooie uitbreiding trouwens, een aanrader. Receptie op zijn Frans. Maar dat word je wel gewoon. Even kort inwandelen, had de meneer gezegd. In het Frans. Maar dat word je wel gewoon. De afstanden in Frankrijk kun je blijkbaar niet vergelijken met die hier. Kort is voor mij 200 meter. In Godewaersvelde is dat 2 kilometer. Maar dat word je wel gewoon. Wel veel gelachen onderweg. De receptie was welgekomen. Ik was bekaf. Een goed filmpje ging er wel in kunnen.

Tijdens mijn karig avondmaal, de Franse hapjes tierden immers welig, luisterde ik naar het nieuws. Het is fantastisch hoe de politiemensen hun eigen taaltje hebben. Je begrijpt er niets van. Het is nog niet zo erg als de Amerikanen. Die praten in cijfers. Zoals ze bij de Chinees iets bestellen. Ten-Four zeggen ze dan. Boodschap ontvangen. Of Babi Pangang. Afhankelijk van de omstandigheden. Maar dat heeft er niets mee te maken.

Waarom week je dan niet uit naar een andere film? Ik hoor het je graag vragen. Cars was een alternatief. Moet wel een leuke film zijn. Als ze de originele versie zouden tonen. Maar de kindjes begrijpen geen Engels! Klopt. Dat geldt echter niet voor films die ze tonen om 21u. Tot 23u. Geen enkele pagadder zit dan nog te kijken. Het is voor een reden dat Ketnet stopt met zijn uitzendingen om 20u. Ik herinner me een van mijn eerste keren lang opblijven. 7 jaar oud. Superman. Ik zat om 21u in mijn bed. Wat een film! Dat waren nog eens tijden.

Zondagmiddag. Dat ware beter geweest voor Cars. Maar dan heb ik al betere dingen te doen. Kiezen is niet altijd verliezen. Good times.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=eKl6EZShaaw]

Sugar Plum Fairy

Het is ook altijd wat. Nooit eens rustig naar tv kunnen kijken. Altijd geconfronteerd met een leven en een verleden dat je liever vergeet. En dingen die je niet begrijpt. Een avond in het leven van Dimitri.

Vijftien jaar geleden was hij nog vegetariër. Om een mogelijk vriendinnetje te imponeren. Maar hij had al snel door dat het niets voor hem was. Te weinig vlees en zo. Hij had zich laten verleiden. Door de tofuburgers, vegetarische vogelnestjes en linzenpaté. Klinkende namen. Vreemd toch, waarom die vegetariërs altijd vlees willen imiteren. Blijkbaar is het dan toch niet allemaal zo slecht. Hij keek met argusogen naar Piet, die alles mooi voor deed. ‘Niet meer voor mij’, zei hij, terwijl hij een gigantische frikadel spécial binnen lepelde.

Dimitri is niet het scherpste gereedschap in de koffer. Maar toch nog beter dan zijn tweelingbroer, Gregory. Samen opgegroeid. Altijd dezelfde kleren aan. Onafscheidelijk. Tot dan. Vijftien jaar geleden was Greg slager bij de Aldi. Leuk, een beenhouwer als broer hebben, vooral als je vegetariër bent. Jammer dat hij de job niet lang kon houden. Zijn fascinatie voor het kleingeld uit de kassa bezorgde hem een enkeltje cel.

En toch is hij altijd jaloers geweest op Gregory. Hij was de eerste op de wereld. En raakte door zijn dievenfratsen beroemd. Dimitri, als simpele schildersgast, kwam altijd op de tweede plaats. Niet berucht. Tenzij als broer van. Hij nam nog een Jupiler. En keek wat tv. House MD. Dimitri snapt er nooit veel van. Dus zal het wel goed zijn. Toch een mooie naam, Gregory. De oplettende. Beter dan Dimitri. Aardse godin. Nog een vrouwennaam ook. Het is toch altijd wat.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=nftY197p8Uw]

Choose life

Een tijdje geleden, laat ons voor de leut eens eergisteren zeggen, mocht ik een assessement afleggen. Machtig. Kijken of ik wel geestelijk gezond ben en zo. En pas voor een job. Ik vrees er voor. Toffe testjes, dat wel. Zoals het PMS, excuus, CLB in den tijd. Duid aan wat het beste bij u past. Architect of modeontwerper. Geen van deze. De Nicky Vankets en de Rem Koolhaas in mij zijn nog niet bovengeborreld. Dank u wel. Alstublieft. Alstu moet je nu zeggen om hip te zijn. Alstu dus. Jaja, ik ben een hippe kikker. Hopelijk bevestigen de testen dit.

Eén van de vele ja/nee vragen: Blijft u kankeren over pietluttigheden? Boenk. Patat. Neen, bedankt. Niet meer. Toch al een maand of vijf ondertussen. Alles goed met mij, bedankt voor het medeleven trouwens. Goedgekeurd over de hele lijn. Voor de komende 3 maanden. Ik mag volgende week zelfs weer aan het werk. Maar voor dat antwoord was geen plaats. Nee dan maar.

Lichamelijk ben ik wel ok. Psychologisch? Dat zal nog moeten blijken uit het resultaat van 6 uur psychotechnische testen. Ik hoor het wel, binnen een paar weken. Al stel ik me serieus vragen bij de serieuze vragen… En hoe ze met mijn invullingen tot een juist beeld kunnen komen. Misschien beantwoord ik wel aan het profiel van een seriemoordenaar. Of een makelaar in koffie. Zeekapitein. Ventrilokwist. Slotenmaker. Laat het alstu geen duivenmelker zijn. Daar zullen ze waarschijnlijk niet veel mee kunnen aanvangen. Toch niet bij de job waar ik voor solliciteerde.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=DbGhC47NSmY]

Mud Stories

Daar zat hij dan. Nog 1 jaar, 14 weken en 3 dagen te gaan. Tot zijn pensioen. Hij kan niet wachten. Albert. Of André. Of Achiel. Zo heten oudere mensen nu eenmaal. Ik kan er ook niets aan doen. Met bloeddoorlopen ogen achter zijn bureau. Moe. Van het leven. En van het afstompende werk.

Vroeger, toen was er tenminste nog métier mee gemoeid. Iedereen had een mapje. Met daarin kaartjes. De fiche uit elk boek halen. Een datumstempel erop. En in het gepersonaliseerde foldertje steken. De rode kaart van de kinderen afstempelen. Alles sorteren op datum. Elke dag heel precies kijken welke boeken te laat binnen zijn. Gele boetekaarten schrijven. Dat zou ze wel leren, de kleine ettertjes. O, wat had hij graag hun blik gezien toen ze moesten schooien bij hun moeder, voor 5 of 10 frank.

Brugpensioen. Hij zou niet liever willen. Maar sinds zijn vrouw Veronique zich in de betere kringen wil begeven, is zijn loon broodnodig. Nicky noemt ze zich nu. Ze stapt mee in elke follie. Horendol wordt hij ervan. Net een nieuwe auto gekocht. Misschien wat te groot, zei hij nog in de showroom. Neeneen. Die misstaat tenminste niet tussen de BMW’s,  Audi’s en Cayennes van haar vriendinnen.

Nu is er niet veel meer aan. Een kaartje inscannen. Streepjescodes voor een rode laserstraal houden. Alles computer. De kleine ettertjes zijn nog altijd kleine ettertjes. Dag meneer, heb je Facebook binnen? Kijken in de computer. Feestboek kan hij vinden. Feesboek niet. Zover is het gekomen. Albert. Of André. Of Achiel. De bibliothecaris van Facebook. Nog 1 jaar, 14 weken en 2 dagen te gaan.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=wxBiRf_nJ74]

Keeping up appearances

Daar stond ze dan. Winkelkar in de hand. Klaar om alles in te laden in de auto. Ze zou Veronique kunnen heten. Iets meer dan anderhalve meter groot. Zelf zal ze wel liever Nicky horen. Dat klinkt beter binnen de milieus waarin ze wil vertoeven. En ze hoopt dat ze met deze naam sneller door de selectieprocedure van Komen Eten zal raken. Ze doet zo haar best. Om erbij te horen. Bij de vriendinnen, die altijd met iets nieuws kunnen pronken. Ze doet zo haar best. 

Rijk is ze niet. Ze moet rondkomen met een modaal loontje. Niet zoals het clubje dokters- en advocatenvrouwen waar ze zo graag mee gaat brunchen. Zij kan geen witte Iphone op tafel leggen. Laat staan een Ipad 3G. Gelukkig kan het glas witte wijn en de croissant er nog net van af. Ze doet zo haar best. 

Op reis in Turkije kocht ze een Lowie Viutton tas. Voor een fractie van de normale prijs. Niemand die het verschil merkt. Denkt ze. De zolen van haar schoenen, Brantano, voorzag ze van een blinkende laag rode Hammerite hoogglanslak. Zo heeft ze haar eigen Louboutins. Je kan ze al van kilometers ver horen klakken. En ze is de enige van haar vriendinnen met roestwerende schoenzolen. Altijd handig. Niemand die het verschil merkt. Denkt ze.

Na lang sparen kon ze eindelijk haar grote droom verwezenlijken. Een Sports Utility Vehicle. De Dacia Duster. Geld voor opties was er niet. Behalve de lichtmetalen velgjes. Apetrots is ze. Nog meer dan Lieutenant Gruber op zijn ‘little tank’ uit ‘Allo Allo’. Wel een grote auto voor een kleine dame. Misschien wat te groot, zei haar man toen ze hem kocht. Neeneen. Die misstaat tenminste niet tussen de BMW’s,  Audi’s en Cayennes van haar vriendinnen. Denkt ze.

Ze zwaait haar kofferdeksel open. De parking van de Aldi is groot genoeg. Ze kan niet zo goed parkeren. Alles mooi inladen.  Het kofferdeksel is wel hoog. Te hoog. Met een hieltje van 10 centimeter zou het misschien wel lukken. Had ze maar haar zelfgemaakte Louboutins aangetrokken, in plaats van de schoentjes zonder hakje.  Ze strekt zich uit. Springt zo hoog ze kan. Niets helpt. Tot een lange slungel, sjofel gekleed, naast haar passeert. Vlug haar saccoche, pardon, Lowie Viutton beschermen. Zo een kerel zou totaal niet in haar kring passen. Schorriemorrie. Hij steekt zijn arm uit en gooit de koffer toe. Nicky springt vlug in haar SUV, en stuift weg. Hoe durft hij! Hààr auto aanraken! Met zijn vuile poten!

Tot uw dienst mevrouw. Ik doe ook maar mijn best. Denk ik.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=dbmPTsyB2H8]